Veelgestelde Vragen

Meest gestelde vragen

Om het onderwijs zo in te richten dat alle kinderen op Curaçao, Aruba en Bonaire gelijkwaardige onderwijskansen krijgen is het belangrijk dat iedereen veel meer informatie heeft over de materie. Zowel op de ABC-eilanden zelf als in Nederland.

Met deze website wil stichting LIKE de problematiek bekend maken bij een breder publiek. Vanuit het perspectief van onderwijs geven we de knelpunten aan en de mogelijke oplossingsrichting.

Lees hieronder antwoorden op de meest gestelde vragen over dit onderwerp.

Hoe kan het onderwijs een betere basis creëren zodat alle kinderen succesvol zijn?

Vanaf het begin moet het onderwijs de kinderen een taal leren die hen allerlei informatiebronnen en overige leesmaterialen biedt. Zo kunnen alle kinderen zichzelf ontwikkelen en vooruitgang boeken. 

Vanaf de kleuterschool moeten leerkrachten veel voorlezen uit boeken die hen nieuwsgierig maken naar kennis over de wereld. Grotere talen beschikken over een ongelimiteerde hoeveelheid van dergelijke boeken. Met dagelijkse én universele thema’s. Daarmee hebben 4-6 jarige kinderen meer kans om zichzelf te ontwikkelen.

Welke talen zetten de deur naar kennis open?

Grotere talen zetten de deur naar kennis wagenwijd open.
Met kleinschalige talen staat de deur naar kennis slechts op een kiertje. 

  • Grotere talen zijn talen die miljoenen mensen spreken. Bijvoorbeeld Engels, Spaans en Nederlands. Voor deze talen is het aantal sprekers en de afzetmarkt groot genoeg om te publiceren op allerlei terreinen. Deze talen beschikken voor alle leeftijden over een onbeperkt aantal boeken, schoolmaterialen voor alle vakken en ook educatieve spelletjes. Nog belangrijker is: in deze talen is een onbeperkte hoeveelheid andere informatiebronnen te vinden, zowel op papier als online. Zowel het kind als de volwassene kan zich hiermee onbeperkt ontwikkelen. 
  • Kleinere talen zijn talen met weinig sprekers. Bijna alle talen op de wereld zijn kleinere talen. Het Papiaments is er één van. De meeste informatiebronnen bestaan niet in het Papiaments omdat het aantal sprekers en de afzetmarkt niet groot genoeg is om voldoende te kunnen publiceren. Voor geen enkele leeftijd zijn er in het Papiaments voldoende leesboeken beschikbaar en voor alle vakgebieden zijn schoolmaterialen beperkt beschikbaar. Op geen enkel denkbaar terrein zijn er voldoende informatiebronnen beschikbaar. Niet op papier en niet online. Dat belemmert het kind van jongsaf aan om zichzelf te ontwikkelen.

Is het niet het beste voor kinderen om te leren in hun thuistaal?

Het is logisch dat kinderen hun thuistaal het beste begrijpen. Maar om op school goed mee te kunnen doen, moeten kinderen een taal begrijpen die hen helpt om kennis op elk terrein te kunnen ontwikkelen. Het is een kerntaak van het onderwijs om hen te helpen stap voor stap een dergelijke taal te leren begrijpen, zodat zij dezelfde leerkansen krijgen als andere kinderen.

Waarom is taal en lezen zo belangrijk?

Taal en lezen vormen de basis van alle onderwijs.

  • Taal is cruciaal want via taal krijg je kennis aangereikt
  • Lezen is cruciaal want een groot deel van kennis is geschreven in teksten. Dat betekent dat podcast, youtube en andere visuele middelen niet voldoende zijn om kennis uit te breiden.

Op welke manier helpt lezen kinderen zichzelf te ontwikkelen?

Lezen helpt het kind om meer te leren en goed te presteren op school. Dat geldt des te meer als het kind kan lezen in een taal waarin er veel (voor)leesboeken, schoolboeken, websites en andere kennisbronnen zijn. Want:

  • Lezen verruimt je kijk op de wereld. Het kind krijgt hierdoor interesse voor onderwerpen die het eerder niet kende. Het wordt zo gestimuleerd om op zoek te gaan naar nog meer informatie. Niet alleen in boeken, maar ook op het internet en in andere kennisbronnen.
  • Lezen stimuleert het kind om na te denken over wat het heeft gelezen en de gedachten hierover te ordenen.
  • In teksten worden woorden gebruikt die het kind niet dagelijks hoort. In boeken worden langere zinnen gebruikt met een rijkere woordenschat dan het kind normaliter hoort. Zo vormt lezen eigenlijk een voorbeeld voor het kind om zelf ook rijkere taal te gebruiken.

      Heeft een kleinschalige taal als het Papiaments dan geen waarde voor het onderwijs?

      Natuurlijk heeft het Papiaments waarde voor het onderwijs. Het is onze nationale taal en de taal van ons hart. En het ondersteunt de emotionele ontwikkeling van kinderen van kleins af aan. Het mag kinderen niet verboden worden op school Papiaments te spreken. Kleinschalige talen zijn niet minder waard dan grotere talen. Het Papiaments verdient respect als cruciaal onderdeel van de identiteit en cultuur van Curaçao, Aruba en Bonaire. 

      Maar de waarde van het Papiaments als nationale taal enerzijds, en verbetering van ons onderwijs anderzijds, zijn twee verschillende zaken. Het verschil zit in het feit dat grotere talen de deur naar kennis wagenwijd openzetten en het Papiaments daarvoor onvoldoende mogelijkheden heeft.

      Is het ontwikkelen van meer Papiamentstalige schoolmaterialen een oplossing?

      Meer Papiamentstalige schoolmaterialen is geen oplossing voor het onderwijs. Want in het onderwijs gaat het niet alleen om schoolmaterialen. Om zich te kunnen ontwikkelen moet een kind alles kunnen lezen wat er te lezen valt: (voor)leesboeken, studieboeken, praktische of wetenschappelijke informatie en allerlei andere kennisbronnen, zowel op papier als online. Vrijwel niets van dit alles bestaat in het Papiaments. Deze realiteit verandert niet met ontwikkeling van meer Papiamentstalige schoolmaterialen.

      Wat gebeurt er als een kind de eerste schooljaren alle lessen in het Papiaments krijgt?

      Al 20 jaar krijgt de meerderheid van onze kinderen in de eerste schooljaren vrijwel alle lessen in het Papiaments aangeboden. Dit heeft op verschillende manieren effect op de mogelijke ontwikkeling van het kind:

      • Kleinschalige talen als het Papiaments hebben, vergeleken met grotere talen, onvoldoende boeken en onvoldoende variatie in onderwerpen om de nieuwsgierigheid op te wekken en kennis te vergaren. Dit beperkt kinderen op 4-6 jarige leeftijd in hun ontwikkelingsmogelijkheden.
      • Daarnaast is het onderwijs op 4-6 jarige leeftijd een voorbereiding op het onderwijs wat daarna komt. Maar in de hogere klassen bieden kleinere talen zoals het Papiaments geen schoolmaterialen en ook geen andere kennisbronnen. Niet als geschreven tekst en niet via internet. Het spreekt daarom vanzelf dat het onderwijs in de hogere klassen gegeven moet worden in een grotere taal die deze bronnen wel heeft.
      • Maar in de hogere klassen vallen de kinderen vervolgens in een gat. Want daar moeten ze de grotere taal beheersen om de lessen te kunnen begrijpen. Zij moeten teksten kunnen begrijpen die zijn geschreven voor oudere kinderen. Dat is niet mogelijk als zij de eerste schooljaren het overgrote deel van de lessen in het Papiaments hebben gekregen. Op deze manier lopen de kinderen al vanaf de basisschool een achterstand op. Deze achterstand wordt niet ingehaald, maar wordt op latere leeftijd alleen maar groter.

        Worden Papiamentstalige kinderen die voornamelijk les krijgen in een andere taal belemmerd in ontwikkeling van hun moedertaal?

        Nee, integendeel. Juist het beheersen van een grotere taal maakt de verdere ontwikkeling van hun Papiamentstalige vaardigheden mogelijk. Want om het Papiaments verder te verrijken, moet de taal op geavanceerd niveau gesproken en geschreven worden. Alle Papiamentstalige kinderen leren thuis om in het Papiaments over dagelijkse dingen te spreken. Maar om in het Papiaments een geavanceerder niveau te bereiken moet het kind leren communiceren over kennisonderwerpen. Daarvoor moeten kinderen een grotere taal op zodanig niveau beheersen dat zij de benodigde kennisbronnen kunnen begrijpen. Dat verbreedt hun kijk op de wereld en geeft hen de mogelijkheid om in het Papiaments te spreken en schrijven over meer dan dagelijkse dingen.

        Hoe kunnen we het effect van grotere of kleinere talen op onderwijs samenvatten?

        Het effect van taal op onderwijs, grotere talen vs kleinschalige talen, kunnen we weergeven als een lange trap. Als er treden ontbreken op de trap is het moeilijk om naar boven te klimmen.

        • Een grotere taal heeft een grote afzetmarkt en daarom een onbeperkte hoeveelheid leesmateriaal. Dat betekent dat onderwijs in een grotere taal een trap is waarbij alle treden beschikbaar zijn. Vanaf jonge leeftijd kan het kind via (voor)lezen stap voor stap kennis uitbreiden.
        • Een kleinschalige taal heeft weinig sprekers en dus een kleine afzetmarkt. Daarom ontbreken er op deze trap heel veel treden. De treden die ontbreken zijn (voor)leesboeken, schoolboeken en andere informatiebronnen die mogelijk maken dat het kind via lezen kennis kan uitbreiden. Daarom moet deze trap van begin af aan ondersteund worden door een grotere taal zodat alle kinderen hem kunnen beklimmen zonder in een gat te vallen.

          Is beheersing van een grotere taal van invloed op het leven van volwassenen?

          Goede beheersing van een grotere taal is cruciaal voor alle burgers van alle leeftijden. Zowel in het persoonlijke leven van volwassenen als voor de ontwikkeling van de samenleving.

          Denk bijvoorbeeld aan:

          • Ouders die hun kinderen willen helpen met schoolprojecten
          • Patienten die een bijsluiter van medicijnen willen lezen
          • Mensen die het wereldnieuws willen volgen
          • Een automonteur die voor reparatie online informatie moet kunnen zoeken.
          • Een installateur die een gebruiksaanwijzing voor een apparaat moet kunnen lezen
          • Ambtenaren die voor publieke dienstverlening wet- en regelgeving moeten begrijpen
          • Verpleegkundigen die voorschriften voor veiligheid en hygiëne moeten kunnen begrijpen
          • Politieagenten die een procesverbaal en wachtrapport correct moeten kunnen opstellen
          • Een aannemer die een bouwplan moet kunnen lezen en uitvoeren
          • Adviseurs die kennis moeten kunnen vergaren om advies te kunnen geven
          • Bestuurders die de adviezen van hun adviseurs moeten kunnen begrijpen
          • Mensen die meer willen weten over gezondheid en voeding
          • Jongeren die willen weten hoe klimaatverandering hun toekomst beïnvloedt

          Voor vrijwel geen van deze voorbeelden bestaat er voldoende informatie in het Papiaments. Burgers die geen grote taal beheersen hebben geen toegang tot de informatie die ze nodig hebben om te functioneren in de samenleving. Hiermee worden deze burgers achtergesteld en wordt de hele samenleving op achterstand gezet.